085 130 58 21 info@123bpm.nl

Niet iedere euro schade is een euro waardevermindering

HR 23-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1273

Bij betwisting door de inspecteur rust op de belastingplichtige de last te bewijzen dat (i) sprake is van schade, anders dan normale gebruiksschade die inherent is aan de leeftijd en kilometerstand van de auto, en (ii) wat de invloed van die schade is op de inkoopwaarde volgens de koerslijst.

Schade is de naar objectieve maatstaven berekende herstelkosten die normaliter door een bekwaam reparateur in rekening wordt gebracht. Als dit bedrag vaststaat, dan komt een percentage daarvan in mindering op de koerslijstwaarde. Niet iedere euro aan schade is dus een euro waardevermindering. Dit volgt ook uit de met ingang van 1 januari 2015 geldende paragraaf 3.5. van bijlage I bij de uitvoeringsregeling Wet BPM. Daarin wordt bepaald dat 72% van de schade als waardevermindering in aanmerking kan worden genomen. In dit arrest geeft de Hoge Raad een nadere toelichting op dit uitgangspunt, althans een reden waarom dit uitgangspunt gerechtvaardigd is. Bij de reparatie van een beschadigd onderdeel verdwijnen namelijk ook de gebruiksschades die inherent zijn aan de leeftijd en kilometerstand

Verlengde economische levensduur

Stel dat een auto 2 jaar oud is en 80.000 KM heeft gereden. De motor raakt defect, omdat er met een verkeerde brandstof getankt is. Met een dergelijke leeftijd en kilometerstand kwalificeert een defecte motor niet als normale gebruiksschade, zodat reparatie gerechtvaardigd is. In dit voorbeeld wordt de motor vervangen door een nieuwe motor, dus geen revisie of reparatie door middel van een ruildeel. De economische levensduur van de auto is ten gevolge van deze reparatie in feite verlengd. Daarom dient in dit voorbeeld het kader van de heffing van de BPM niet 100%, maar 72% van de gecalculeerde reparatiekosten in mindering te worden gebracht op de koerslijstwaarde. Een ander voorbeeld. Stel dat een auto van 6 maanden oud met 17.000 KM tegen een lantarenpaal botst. Daarbij raakt een koplamp onherstelbaar beschadigd. Reparatie is noodzakelijk, er komt een nieuwe koplamp in de auto. In dit geval is geen sprake van een verlengde economische levensduur. Evenmin komt de auto in een betere staat te verkeren dan voor het ongeval. De oorspronkelijke koplamp was immers vrij van normale gebruiksschade. In zo’n geval kan naar mijn mening 100% van de gecalculeerde reparatiekosten in rekening worden gebracht. De Uitvoeringsregeling Wet BPM voorziet ook in deze mogelijkheid. De taxateur kan een hoger percentage dan 72 toepassen, als hij dit motiveert en staaft met fotomateriaal en een schadecalculatie.

Van 72% naar 31% waardevermindering

Het uitgangspunt dat in beginsel één euro schade tot 72 eurocent waardevermindering leidt is bedacht door de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit. Die heeft daarover in 2014 een onderzoek verricht[1] dat heeft geleid tot de wijziging van de Uitvoeringsregeling Wet BPM.

In zijn brief van 30-09-2022 aan de Tweede Kamer[2] verwijst de staatssecretaris van financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst naar een nieuw onderzoek. Daarin wordt onder andere geconcludeerd dat schade voor 23% in mindering komt op de waarde van een auto. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft de staatssecretaris het voornemen kenbaar gemaakt de waardevermindering vanwege schade vast te stellen op 31%.

Ik betwijfel of de conclusie uit het onderzoeksrapport van VMS Insight B.V. klopt. De aan het onderzoek ten grondslag liggende gegevens en datasets zijn tot dusverre niet openbaar. De (betrouwbaarheid van) het onderzoek is daarom niet reproduceerbaar en niet te valideren. De selectie van de onderzochte cijfers en voertuigen is wel beargumenteerd. Deze is gebaseerd op auto’s die total loss zijn verklaard. Naar mijn mening is daardoor sprake van een selectie-bias die het onderzoek diskwalificeert. Total loss auto’s zijn namelijk niet bruikbaar voor een schade/waardeverminderingsanalyse in de BPM, omdat voor dergelijke auto’s de afschrijving naar werkelijke waarde niet kan worden vastgesteld, zie HR 26-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:415.

Ik vermoed dat de dataset met total loss auto’s afkomstig is van verzekeraars. Auto’s die ten gevolge van een ongeval total loss raken worden doorgaans door verzekeraars door middel van veilingen verkocht. In de praktijk brengen schadeherstelbedrijven biedingen uit op dergelijke voertuigen. Als de in het onderzoek gebruikte opbrengstwaarden betrekking hebben op deze biedingen, dan stel ik vast dat het onderzoek moet worden gediskwalificeerd, omdat in dat geval geen voor de BPM representatieve populatie is gekozen. In de BPM is namelijk de handelsinkoopwaarde relevant, dat wil zeggen de prijs die een handelaar betaalt bij inkoop van een particulier. Dus niet de prijs die een schadeherstelbedrijf betaalt op een veiling.

Het is aannemelijk dat schadeherstelbedrijven bereid zijn een hoog bedrag te betalen voor schadeauto’s, omdat ze over de kennis en middelen beschikken om reparaties in eigen beheer uit te voeren. De schade/waardeverminderingsratio voor deze groep opkopers, die slechts een zeer klein aandeel in de markt vertegenwoordigen, is daardoor anders ten opzichte van handelaren die doorgaans niet in staat zijn reparaties in eigen beheer uit te voeren. Zij moeten de reparatie namelijk uitbesteden en betalen daarvoor een prijs die normaliter door een bekwaam reparateur in rekening wordt gebracht. Gelet hierop zal een handelaar niet bereid zijn op een veiling hetzelfde bedrag te betalen als een schadeherstelbedrijf.

Ik twijfel dus of het onderzoek juist is uitgevoerd. Zodra de aan het onderzoek ten grondslag liggende datasets worden geopenbaard, kan een contraexpertise worden verricht. Tot die tijd lijkt het mij niet verstandig dat de Uitvoeringsregeling Wet BPM wordt aangepast. Maar misschien denkt de staatssecretaris daar wel heel anders over.   


[1] https://open.overheid.nl/repository/ronl-ff424dee9825ae1dd417884e310e2e4b0d6f8098/1/pdf/woo-72-procent-besluit.pdf.

[2] Aanbieding van een onderzoek inzake de belasting van personenauto’s en motorrijwielen, 2022-0000083350.