085 130 58 21 info@123bpm.nl

Definities registratie

Onduidelijkheid over de nieuwe definitie van het belastbare feit

Het huidige belastbare feit is de registratie in het kentekenregister, dat wil zeggen alle handelingen die leiden tot de koppeling van een kentekennummer op naam van een (rechts)persoon.

In het nieuwe systeem wordt het belastbare feit de inschrijving in het kentekenregister.

Waar wat wordt daarmee precies bedoeld? Is de inschrijving de aanvraag bij de RDW voor de afgifte van een Nederlands kentekenbewijs? Of is de inschrijving de voltooiing van het identificatieproces bij de RDW, dat gevolgd wordt door een bevestiging van inschrijving?

Desgevraagd konden twee leden van de Kennisgroep BPM mij deze vraag niet beantwoorden. Ook in de memorie van toelichting vind ik geen antwoord op deze vraag. Waarom deze vraag zo belangrijk is, licht ik hierna toe.

Schadeauto’s worden niet ingeschreven

Als voor de invoer van een gebruikte auto bij de RDW aanvraag wordt gedaan voor de afgifte van een Nederlands kenteken, dan wordt eerst een identiteitscontrole verricht. In het leeuwendeel van de gevallen wordt een auto ingevoerd vanuit een lidstaat van de Europese Unie, waarbij het in die lidstaat afgegeven kentekenbewijs wordt overgelegd. Op grond van artikel 4 van de Kentekenrichtlijn[1] is de RDW vervolgens verplicht de auto in Nederland in te schrijven. De RDW controleert aan de hand van het chassisnummer de identiteit van de auto, dat wil zeggen of het in de lidstaat afgegeven kentekenbewijs bij de ter registratie aangeboden auto hoort.

Vervolgens, als de auto met succes is geïdentificeerd, controleert de RDW of de auto rijwaardig is. Als een auto zodanig beschadigd is dat deze niet langer deugdelijk is van bouw en inrichting[2], dan volgt een zogenaamde WOK-1[3]. Een dergelijke auto kan niet in worden ingeschreven, tenzij de schade wordt hersteld. De RDW controleert in een vervolgafspraak of de schade voldoende is gerepareerd.

Als het belastbare feit voor de BPM de aanvraag bij de RDW voor de afgifte van het kentekenbewijs is, dan is er niets aan de hand.

Maar als het belastbare feit voor de BPM de inschrijving in het kentekenregister is, dat wil zeggen de aanvraag gevolgd door een bewijs van inschrijving, dan is het dus niet mogelijk om een belastbaar feit te creëren ter zake van de invoer van een ernstige schadeauto. In dat geval moet de auto eerst worden hersteld, omdat deze anders niet wordt ingeschreven, en dat geen beroep kan worden gedaan op de lagere waarde van de auto ten gevolge van de schade[4]. Die is immers voorafgaand aan de aanvraag hersteld.

In artikel 8, derde lid, Uitvoeringsregeling Wet BPM staat dat wanneer een auto essentiële gebreken vertoont, waardoor met de auto niet kan of mag worden deelgenomen aan het verkeer, waarde van de auto niet wordt vastgesteld dan nadat deze gebreken zijn hersteld. Van essentiële gebreken is in elk geval sprake zolang het motorrijtuig blijkens een vermelding in het register, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de wet, bestemd is voor sloop of wacht op keuring.

Op dit moment mag bij het vaststellen van de verschuldigde BPM dus ook geen beroep worden gedaan op ernstige schade. Echter bij uitspraak van 16-01-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:127, heeft het

gerechtshof Den Bosch beslist dat artikel 8, derde lid, Uitvoeringsregeling BPM onverbindend is, omdat het in strijd komt met artikel 110 VWEU.

Als het nieuwe belastbare feit de aanvraag voor de afgifte van een kentekenbewijs is, dat gevolgd moet worden door een bewijs van inschrijving, ten gevolge waarvan voor ernstige schadeauto’s dus geen belastbaar feit kan worden gecreëerd, dan komt dit naar mijn mening dus in strijd met artikel 110 VWEU en dient het nieuwe wettelijke systeem van heffing anders te worden ingericht.


[1] RICHTLIJN 1999/37/EG VAN DE RAAD van 29 april 1999 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen.

[2] Denk daarbij aan bijvoorbeeld ernstige brand- of waterschade, een krom chassis of doorgeknipte deurstijlen.

[3] WOK staat voor wacht op keuren.

[4] Zie artikel 10, achtste lid, Wet BPM.