BPM-teruggaaf bij export strenger gereguleerd
Het kabinet is van plan de voorwaarden voor de teruggaaf van BPM bij export aan te scherpen. De aanleiding hiervoor is de constatering door de Belastingdienst dat een deel van de uit Nederland naar een ander land binnen de EU/EER geëxporteerde motorrijtuigen direct nadat deze motorrijtuigen kortdurend waren geregistreerd in dat andere land van de EU/EER, wordt geëxporteerd naar een land buiten de EU/EER. Deze kortdurende registratie in dat andere land binnen de EU/EER dient dan uitsluitend het doel een teruggave van BPM te verkrijgen. Op basis van een steekproef voor het jaar 2012 blijkt het te gaan om naar schatting enkele tientallen miljoenen euro’s aan teruggaaf van BPM (bij een export van circa 84.000 motorrijtuigen en een totale teruggaaf in 2012 van € 276 miljoen), louter op basis van een tijdelijke registratie in een ander land van de EU/EER gevolgd door export naar een land buiten de EU/EER.
Als gevolg hiervan wordt een kentekenbewijs op basis van een tijdelijke inschrijving voortaan niet meer geaccepteerd als basis voor de teruggave van BPM bij export van motorrijtuigen.
In de gevallen waarin toch een tijdelijk kenteken wordt aangevraagd omdat het motorrijtuig bijvoorbeeld via Duitsland naar een ander EU-land wordt geëxporteerd, moet degene op wiens naam het motorrijtuig in Nederland
was geregistreerd wachten met het terugvragen van de BPM tot het motorrijtuig in het definitieve EU-land van bestemming permanent is ingeschreven. Een teruggave van BPM blijft in die gevallen mogelijk.