Marge-auto als uitgangspunt bij waardevaststelling
Het Gerechtshof Den Haag heeft op 03-04-2015 beslist dat het waardeverloop van een Marge-auto leidend is bij de berekening van de verschuldigde BPM. Volgens het Gerechtshof brengt het recht op het terrein van de BPM mee dat een importeur mag uitgaan van de laagste koerslijstwaarde, ongeacht hoe hij eigenaar is geworden van de auto, meer in het bijzonder ongeacht de fiscale herkomst van de auto. De fiscale herkomst van de auto is geen eigenschap die aan de auto kleeft en beïnvloedt zodoende de heffing van BPM niet, aldus het Gerechtshof.
De casus in het kort: De importeur kocht in het buitenland een BTW-auto. Bij de BPM-aangifte gebruikte de importeur het koerslijstprogramma van X-Ray, waarbij hij de auto als Marge-auto invulde. De inspecteur aanvaardde de koerslijst van X-Ray, maar was van mening dat deze moest worden ingevuld als BTW-auto.
Een BTW-auto heeft een hogere restwaarde dan Marge-auto, aangezien een ondernemer bij aankoop van een BTW-auto de eventueel in rekening gebrachte BTW in mindering kan brengen op de voorbelasting. Daardoor is de afzetmarkt voor BTW-auto’s groter, zodat de vraag stijgt, evenals de restwaarde. Het koerslijstprogramma van X-Ray houd, waarbij hij de auto als Marge-auto invulde. De inspecteur aanvaardde de koerslijst van X-Ray, maar was van mening dat deze moest worden ingevuld als BTW-auto.
Een BTW-auto heeft een hogere restwaarde dan Marge-auto, aangezien een ondernemer bij aankoop van een BTW-auto de eventueel in rekening gebrachte BTW in mindering kan brengen op de voorbelasting. Daardoor is de afzetmarkt voor BTW-auto’s groter, zodat de vraag stijgt, evenals de restwaarde. Het koerslijstprogramma van X-Ray houdt rekening met deze omstandigheid.
Volgens het Gerechtshof Den Haag is deze omstandigheid echter niet van invloed op de BPM, omdat de fiscale herkomst van een auto (lees: BTW-auto of Marge-auto) geen voertuigeigenschap is. Het Gerechtshof Den Haag oordeelt daarmee in lijn met een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uit 2010, waaruit volgt dat verkoopomstandigheden die de restwaarde van een auto kunnen beïnvloeden, zoals garantie en financieringsmogelijkheden, niet van invloed zijn op de verschuldigde BPM.
Het is nog niet bekend of de Belastingdienst beroep in cassatie zal instellen bij de Hoge Raad. Tot die tijd is het raadzaam bezwaar in te dienen tegen de betaling op aangifte, voor zover daarin het waardeverloop van een Marge-auto als uitgangspunt wordt genomen.
Voor advies over dit onderwerp kunt u zich wenden tot: info@123bpm.nl