WOK1 en BPM – een onwerkbare situatie
De aanvraag bij de RDW tot afgifte van een Nederlands kentekenbewijs wordt in de praktijk ‘keuren’ genoemd. Als de RDW een auto goedkeurt, dan wordt een formulier ten behoeve van de BPM-aangifte opgesteld. Dit wordt in de praktijk de Werkorder genoemd. Met een Werkorder kan de BPM-aangifte worden gedaan.
Als een beschadigde auto bij de RDW ter keuring wordt aangeboden, dan kan deze worden afgekeurd. De auto krijgt dan een zogenaamde WOK-status (wacht op keuren). Een geringe schade leidt tot een WOK2 en een ernstige schade tot een WOK1. Een auto krijgt een WOK1 als sprake is van één of meer van de onderstaande gebreken:
- Dragende carrosseriedelen ernstig vervormd;
- Langsbalken van het chassis vervormd;
- Eén of meer deurstijlen ernstig vervormd;
- Dak is verwijderd of de deur- of raamstijlen doorgeknipt;
- Eén of meer wielophangingen ernstig vervormd in combinatie met één van de overige punten;
- Ernstige brand- of waterschade, of
- Frame ernstig beschadigd;
- Motorkap, kofferbak of deuren sluiten niet goed
- Beschadigde ruiten
- Scherpe delen, gevaar voor losrakende onderdelen
- Defect bevestiging verplichte verlichting
Tegen de beslissing van de RDW om een auto een WOK-status te geven staat geen bezwaar of beroep open.[1]
Als een auto een WOK1 heeft, dan kan deze niet worden toegelaten tot het verkeer en niet worden geregistreerd in het kentekenregister.[2] In de onderhavige procedure oordeelt de Hoge Raad dat geen vermindering op de verschuldigde BPM kan worden toegepast, zolang de auto een WOK1 heeft. De schade moet dus eerst (gedeeltelijk doch uitgebreid) worden hersteld en pas daarna kan een vermindering op de Bruto BPM worden toegepast.
Het voorgaande leidt tot een onwerkbare situatie. Als de RDW een WOK1 afgeeft, dan wordt de aanvrager van het kenteken opgeroepen voor een herkeuring. Daarbij controleert de RDW of de auto in voldoende mate is hersteld. In dat geval wordt de WOK1 verwijderd. Echter de WOK1 kan pas worden verwijderd, als het fiscaal akkoord is verleend, dat wil zeggen wanneer de BPM op aangifte is afgedragen. Op grond van het arrest van de Hoge Raad leidt dit tot een groot probleem, omdat aldus eerst de volledige Bruto BPM moet worden betaald (als ware het een nieuwe auto dus), voordat de RDW überhaupt de mogelijkheid heeft de WOK1 te verwijderen.
Degene die een schadeauto ter keuring aanbiedt bij de RDW, zal dus goed op zijn hoede moeten zijn. Hij zal de auto eerst uitgebreid moeten herstellen om een WOK1 te voorkomen. Een groot gevaar is dat de beslissing van de RDW om een WOK1 af te geven geen voor bezwaar vatbaar besluit is. Ik ben bekend met diverse praktijkvoorbeelden waarin een auto ten tijde van de keuring geen schadeauto was, maar toch een WOK1 kreeg, omdat de auto een schadeverleden heeft gehad. In die gevallen wilde de RDW voor de zekerheid de auto controleren en werd de aanvrager uitgenodigd voor een herkeuring. Het gevolg van het arrest van de Hoge Raad is dat ook in deze gevallen eerst de Bruto BPM op aangifte moet worden afgedragen, althans de naheffingsaanslag moet worden betaald voordat de inspecteur fiscaal akkoord verleend, pas daarna de WOK1 kan worden verwijderd en vervolgens alsnog de afschrijving op de verschuldigde BPM moet worden vastgesteld.
Het spreekt voor zich dat het in de hiervoor beschreven situaties noodzakelijk is bezwaar in te dienen tegen de betaling op aangifte, of tegen de opgelegde naheffingsaanslag, en in de bezwaarfase alsnog een beroep moet worden gedaan op de afschrijving naar de werkelijke waarde.
De toekomst zal moeten uitwijzen hoe het hiervoor geschetste problemen in de praktijk kan worden opgelost. Wellicht is het mogelijk, wanneer de RDW een WOK1 afgeeft, de aanvraag tot afgifte van het Nederlandse kenteken in te trekken en na herstel van de auto een nieuwe aanvraag te doen. Of wellicht is het mogelijk in specifieke gevallen de afspraak te maken met de inspecteur dat hij fiscaal akkoord verleent, zodat niet de Bruto BPM hoeft te worden afgedragen teneinde de RDW in de gelegenheid te stellen de WOK1 te verwijderen. Alsdan zou een nieuwe BPM-aangifte kunnen worden ingediend ter bepaling van het afschrijvingspercentage waarbij geen rekening wordt gehouden met de WOK1-gerelateerde schade.
[1] Zie artikel 8:4, derde lid, onder c, AWB.
[2] Zie artikel 1, tweede lid, Wet BPM, jo artikel 48, tweede lid, Wegenverkeerswet.